Jodenvervolging



In de Tweede Wereldoorlog werden bepaalde mensen bedreigd. Zoals zigeuners en mensen, die anders dachten dan de bezetters. Hitler had alle politieke partijen die het niet met hem eens waren, verboden. Als mensen apart behandeld worden, noemen we dat discriminatie.

De nazi's gaven in de Tweede Wereldoorlog de Joden de schuld van allerlei problemen. Tegen hen werd gezegd: `Jullie zijn niet veel waard. Jullie horen hier niet. Joodse kinderen mochten niet meer naar een gewone school, samen met de andere kinderen. Ze werden apart gezet. Er werden bordjes voor de ramen gehangen met `Verboden voor Joden' erop. Wandelen in het park mocht ook niet meer. Weer een poosje later moesten ze een gele Davidsster met het woord Jood erop op hun jas dragen, zodat iedereen kon zien dat ze Joden waren. Dat was makkelijker bij het discrimineren.
Op het laatst moesten de Joden allemaal in een aparte wijk wonen. Ze werden opgeroepen om zich te melden of opgepakt op straat. Ze werden gevangen gehouden in het Kamp Westerbork in Drenthe. Vanuit Westerbork werden ze met lange treinen weggevoerd naar de concentratiekampen in Duitsland en Polen. Daar werden ze gevangen gehouden of vermoord in gaskamers. De meesten van hen zijn er niet levend uitgekomen. Voor 104.000 Joodse mensen in ons land betekende de oorlog het einde van hun leven. De overlevenden zijn nog verdrietig als ze er aan denken. Ook nu nog. Ook al is de Tweede Wereldoorlog al lang voorbij.

©2017 Coco Renssen |  Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin